U zult er versteld van staan hoe vaak publieke- en private organisaties anonieme brieven ontvangen, waarin een misstand aan de orde wordt gesteld of waarin melding wordt gedaan van beweerd niet integer gedrag. U zult er misschien ook versteld van staan dat deze brieven, mits serieus genomen, vaak waar blijken te zijn. Eigenlijk heb ik in 30+ jaar onderzoek nooit een situatie meegemaakt waarbij bekend werd dat de anonieme brief slechts tot doel had een ander in kwaad daglicht te plaatsen. Hoewel de identiteit van de anonieme melder vaak onbekend blijft, bestaan genoeg redenen om aan te nemen dat de melder zich zakelijk of privé in de omgeving van het onderwerp van de melding bevindt.
Zo ontving het bestuur van een grote onderwijsorganisatie anoniem melding over de tijdsbesteding van een van haar directeuren. Die laatste zou actief zijn in een betaalde nevenfunctie en tijdens reguliere werkuren veel tijd aan de nevenfunctie besteden.
De anonieme brief was voor wat betreft die nevenfunctie snel geverifieerd. Er was inderdaad sprake van een nevenfunctie. De start van ons onderzoek.
Enkele jaren geleden was de directeur door het bestuur formeel berispt in verband met belangenverstrengeling en het zonder toestemming uitvoeren van een nevenactiviteit. De directeur had namelijk een eigen bedrijf en hij regelde in het verleden dat de organisatie bij hem bepaalde producten inkocht. Zwart op wit werd ten tijde van de berisping afgesproken dat zulk gedrag niet meer plaats zou vinden. Het eigen bedrijf zou worden opgedoekt en verkoopactiviteiten richting werkgever zouden direct stoppen. De naam van het bedrijf zou niet meer in de administratie van de onderwijsorganisatie verschijnen, zo werd beloofd. Benadrukt werd ook dat nevenactiviteiten, zoals is bepaald in de reglementen, slechts na melding en weging èn met toestemming van het bestuur mogen plaatsvinden. Beide partijen plaatsten handtekeningen en spraken over en weer goede intenties uit. Case closed, zo lijkt het. Maar uit het feitenonderzoek bleek toch wat anders.
Behalve de gemelde en bevestigde nevenactiviteit, troffen we al snel andere nevenactiviteiten aan. Er was zelfs sprake van meerdere niet gemelde nevenfuncties, terwijl ook het eigen bedrijf nog altijd bestond.
In de financiële administratie bleek dat de directeur woord had gehouden. De naam van het bedrijf zou immers niet meer in de administratie van de onderwijsorganisatie verschijnen, zo was beloofd. Dat moet vast overdrachtelijk bedoeld zijn geweest, want het bedrijf stuurde nog steeds volop facturen naar de onderwijsorganisatie, alleen de bedrijfsnaam was van de facturen verwijderd. Deze aanpassing begon direct na de laatste berisping. Ook werd het bedrijfsadres op de facturen gewijzigd in het adres van een vennoot en werd het Btw-nummer en KvK-nummer geregeld op de facturen ‘vergeten’.
Uit verder onderzoek werd bekend dat de directeur zijn privébelangen volop diende vanuit zijn zakelijke hoedanigheid. Hij benaderde zakelijke contacten voor privédoeleinden en hij werd door die contacten zelfs op zijn gedrag en de verstrengeling van belangen aangesproken. Hij gaf trainingen en seminars in de tijd van zijn werkgever en deze werden doorberekend met facturen waarop nu ineens wèl weer de bedrijfsnaam, het juiste adres, Btw- en KvK nummer stonden.
Lang verhaal kort: inmiddels heeft de kantonrechter uitgesproken dat afscheid tussen werkgever en werknemer op basis van goede gronden en gedegen onderzoek heeft plaats gevonden.
De brief was anoniem, maar bleek ook in dit geval niet onwaar.