‘We zitten in een tijd dat als het dak lek is, het niet uitmaakt of het gemaakt wordt, als we het er maar over gehad hebben’.
Deze uitspraak hoorde ik van een ondernemer die zich groen en geel ergerde aan de mentaliteit die zijn uitspraak weergeeft. Ik ‘kauwde’ erop en merkte dat ik deze quote wel kon plaatsen. Het spreekwoordelijke ‘lekke dak’ wordt inderdaad vaak pas gerepareerd als het water binnen tegen de plinten klotst met onnodige gevolgschade die te voorkomen was. Ik maak bij mijn opdrachtgevers ook mee dat men van de lekkage afweet, maar geen actie neemt omdat het dak wel lek is, maar op de meeste plekken kan nog prima droog gewerkt worden. Maar soms wéét men niet dat sprake is van een lekkend dak en dan komt men er pas achter als de muren en de vloer drijfnat zijn. Lekkage stopt niet vanzelf.
Geregeld kom ik over de vloer bij organisaties, vaak niet de kleinste, die signalen van lekkage hebben genegeerd of niet opgemerkt. Hun theoretische huishouding is vaak wel op orde. Beleid, richtlijnen en instructies, procedures en protocollen, zijn uitgewerkt en medewerkers worden breed gefaciliteerd om ‘lekkage’ te melden, maar toch blijven meldingen uit.
Een grote organisatie verzocht mij te inventariseren hoe het mogelijk was dat zich binnen deze 24/7 bemande faciliteit ‘s-nachts, zonder dat iemand dit merkte of daarover melding deed, een ernstige integriteitsschending kon voordoen. Het kón niet anders dan dat de dader(s) van de diefstal van zware vitale onderdelen langere tijd midden op het terrein met de uitvoering bezig waren geweest en daarbij zware machines, mogelijk zelfs een kraan hadden gebruikt. Een inside job en niemand had iets gezien. Geen chef die zijn medewerkers had gemist.
Ik sprak met 10-tallen medewerkers op hun werkplek over hun kijk op integriteit en hoe daar door de organisatie mee om werd gegaan. Waardoor kon zo’n incident gebeuren zonder dat iemand iets had gezien of gemeld? Men vertelde hierna met ergernis, cynisme, fatalisme en/of berusting over héél veel integriteitschendingen binnen het bedrijf, variërend van diefstallen, vernielingen, sabotage, tijdfraude, drank- en drugsgebruik, enzovoort. Men sprak over negatief gedrag en negatieve communicatie in combinatie met disrespect voor collega’s, hun eigendommen en de eigendommen en belangen van de werkgever. De lijst van – niet aan het management gemelde – integriteitschendingen was lang en schokkend. Men meende dat melden geen zin had, want het management deed toch niets met een melding. Het management op haar beurt stelde, zeer terecht, niets te kunnen doen als niet werd gemeld. De cirkel was rond en er moest veel gebeuren, want feitelijk is immers iedereen binnen een bedrijf portefeuillehouder integriteit. Die gewenste grondhouding was men onderweg kwijtgeraakt.
De ernst van de situatie was onbekend en de noodzaak tot werken aan verandering in denken en doen was door de inventarisatie ineens glashelder. Einstein zei al dat ‘als je doet wat je deed, je krijgt wat je kreeg’. Het onbesprokene werd bespreekbaar, bewustwording groeide en nieuwe middelen en maatregelen werden ingezet. Integriteit werd onderdeel van elk overleg in elke sector van het bedrijf gemaakt. In het begin een lastig onderwerp binnen een omgeving waar men niet gewend was over dit soort zaken te spreken, maar al snel werd men vrijer qua bewustwording en begon eigenaarschap te ontstaan en werden drempels om te melden of om elkaar aan te spreken steeds lager. Nieuwe doelen werden gesteld en verbinding werd gezocht. Vertrouwen over en weer werd langzaam hervonden en excessen werden na melding direct opgevolgd en over de uitkomst werd gecommuniceerd.
Ze zijn er nog niet, maar de weg omhoog is nadrukkelijk ingezet en de lekkage is gestopt.